Juni 2017

From Bluepelt Wiki
Revision as of 10:58, 22 June 2017 by Bas (Talk | contribs)

Jump to: navigation, search

Man van God?

Aan ons verscheen Ursula van de Warders of Men. Een van de 8 die door Gladius Vectra was geofferd aan de stenen om Carnivoor te binden. Ze bood ons aan om een blik in het verleden te werpen. Het Sept volgde haar een pocketrealm in. We zagen het Agathaplein veranderen, terug de tijd in naar hoe het er vroeger uit zag. We liepen Delft uit een kampement in met banieren. De nacht was reeds gevallen en het zou niet lang meer duren voor de zon op zou komen. Midden in het kamp stond een man die we later herkenden als Willem van Beieren, die we nu kennen als de Nachtchirurgijn. Hij sprak daar met een vrouw, een bloedzuiger. Hij wist niet met wie hij te maken had.

We kunnen meekijken hoe hij een gesprek voert met deze bloedzuiger:

Willem: ... om gods werk te doen.
Bloedzuiger: Als wij jou gaan helpen met deze situatie dan verwachten wij, ik, dat jij de stadsmuur van Delft afbreekt. En alle stenen zullen worden gebracht naar het centrum van Den Haag. En dan zal ik zorgen dat je er geen last van hebt.
W: Als jij en de jouwen helpen om deze muur te slechten tegen van dit duivels addersgebroed, de ware gelovigen om ons heen te helpen en de anderen te verdrijven en onderwerpen: Ja. De laatste steen zal tot jullie gebracht worden. Daarna kan je bouwen wat je wilt. Deze plek zal van God zijn.
B: Dan kan je op ons rekenen.
W: laat ons dan weldra, troepen! Tezamen ten strijde trekken, deze muur ten val brengen. En met het licht van onze toortsen, heilige gezangen deze plek van zondaars reinigen. Ga! Neem jullie posities in. God, almachtige Vader, die in de hemel zijt, hoor het gebed van mij en mijn wapenbroeders aan. Zend mij, o lieve Heer, een teken van uw gunst en uw gratie. Stuur mij een teken van dat wat ik doe juist is.

Annemaria stapt hier naar voren en het teken waar Willem om vroeg lijkt te worden gezonden. Hij kan haar zien en hij denkt dat zijn God haar gezonden heeft.

W: Ik zie u. Oh Heer prijs mij, oh Heer zegen mij. Ik zie jullie. Heilige troepen van de Heer. Zeg mij dat mijn pad juist is.
A: Uw pad is het pad van de Heer.
W: Ja! Ik wist het! Mijn pad is het pad dat de Heer wilt dat ik bewandel.
A: Wat is het pad dat u bewandeld?
W: Om het duivelsgebroed te verdrijven. Om de zwarte wolk van Satan uit te bannen. Om ervoor te zorgen dat man, vrouw en kind veilig kunnen leven. Het is het pad waar Hij mij voor uitverkoren heeft. Al mijn wegen hebben mij hierheen geleid. Ik heb alle verhalen gehoord van de monsters in deze stad, van de mensen die lijden, bloeden en vrezen. En ik, ik zal hen beschermen. Maria, moeder van de Heer.
A: Zijn zij monsters? Nee.
W: Zijn mannen geen mannen? En zijn wolven geen beesten? Ja! Zo is het geschreven en zo zal het zijn. Ik dank u.
A: Zijn de wolven de beesten of zijn mannen de beesten?
W: Omdat een man geschapen in het beeld van God geen beesten zijn. Als de beesten van het land, waarin God, de Heer, heeft beloofd dat ze zich altijd zouden onderwerpen aan de heerschappij van man.
A: U bent verblind. Verblind door het licht, van God. Wolven zijn geen beesten zoals u over hen spreekt.
W: U heeft gelijk. Ik zie het niet.
A: Voer geen strijd tegen de wolven want dat is niet uw strijd.
W: U heeft gelijk. Ik zie het! Ik dank u voor uw inzicht. Ik zie nu dat we niet hoeven strijden tegen wolven. Dat er strijd is tegen mannen. Wapenbroeders! De Heer God heeft mij een visioen gestuurd! Zijn engelen hebben mij laten zien wat we moeten doen. Vannacht is er geen strijd tussen man en man. Vannacht is een jacht broeders! Op beesten! Geen oorlog. Dus vergeet wat u tegenhoudt in een strijd tegen een man en maak ze allemaal af! Te wapen! [red: Doordat er wat door de opname heen werd gesproken door andere aanwezigen kan het zijn dat deze laatste zin niet geheel klopt. Hij spreekt zichzelf namelijk tegen]

Ursula laat ons zien hoe Delft wordt belegerd, hoe de stad valt en hoe de stadsmuur wordt afgebroken. Hoe gedaantes geketend in zilvere kettingen de stenen van de stadsmuur naar Den Haag toe brengen. Ze brengt ons daarna een stukje verder de tijd in. Na de belegering een moment van bezinning bij Willem.

W: God, mijn Heer, mijn Hoeder, ik dacht dat het anders zat. Ik zag dat, dat wat ik deed juist was. Ik heb gestreden tegen het Kwaad. Ik heb dingen gezien. Tanden en klauwen. En dingen die ik nog steeds terugzie als ik mijn ogen sluit die mij voor altijd zullen blijven volgen. En ik weet dat ik het juiste heb gedaan. Ik weet dat het juist was, door mijn zwaard die door U gezegend was te hebben getrokken. Ten strijde tegen deze wezens. Maar waarom? Waarom? Zelfs als zij geketend hebben gelopen, in boetedoening, en mijn mannen rust en orde hebben teruggebracht in deze stad.. Waarom? Waarom voelt het alsof het Kwaad waarom ik hierheen gekomen ben om dit uit te roeien niet is weggegaan. Waarom Heer? Waarom voelt het alsof het alleen maar sterker geworden is? Waarom Heer? Wat kan ik nog meer doen? Wat kan ik nog meer doen in Uw naam? Oh Almachtige Schepper. Al het goede en juiste in uw naam hier te laten zegevieren. Ik zal een kerk voor U bouwen. Maar het Kwaad is zo sterk hier. Zoiets wil ik nooit meer voelen. Ik zal boete doen. Oh Heer. Ik bid U. Ik smeek U. Wat komt daar? Wat is dat?
Op dit moment komt de vrouwelijke bloedzuiger weer binnengewandeld
Wat komt hierheen?
De vrouwelijke bloedzuiger laat een onderdaan van haar een put openen waar een rood licht uit gloeit.

B: Oh eeuwige honger, hoor mij. Ditmaal kom ik niet alleen met beloftes. Ditmaal kom ik met acties. Niet alleen beloftes van vrijheid. 4 van de zielen zijn al aan u geofferd. De andere 4, ik weet waar ze zijn hier in Delft. Ik ben ze op het spoor. Ik weet het is nog niet voldoende. Gun mij meer kracht. Kracht om de schaduwen te controleren. En ik zoek de rest voor u. Eeuwige honger, u zult vrij zijn. Nog niet. Maar geduld. Het zal niet lang meer duren.
Ze knipt in haar vingers en haar onderdaan treedt nader. Ze trekt haar mes en met een snelle beweging offert ze haar onderdaan aan de Eeuwige honger

Volgende keer dat wij spreken zal u vrij zijn. Ze sluit de put en loopt weg.
W: Heer! Schepper! Al wat goed is. Nog nooit, aaah, aah, heb ik iets gevoeld wat zo kwaad is. Zo alles wat niet Uw naam is. Heer, ik weet niet wat hier gebeurd is. Ik weet niet wat hier werkelijk is, in dit Delfland. Heer, wat kan ik doen? Wat kan ik doen om dit nooit te laten gebeuren? Wat kan ik doen om dit Kwaad nooit over uw schepping te laten dwalen? Heer, toon mij alstublieft wat ik mag doen? Ik bid tot U. Onze Vader die in de Hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwaad. Verlos ons van het Kwaad.
Het Sept verschijnt weer voor de ogen van Willem en Annemaria spreekt weer tot hem. In de opname is niet altijd even duidelijk wat er precies gezegd wordt door omgevingsgeluiden.
A: Is er iemand die je heeft verteld dat we van het Kwaad verlost kunnen worden?
W: Ja! Ja! Ik wist dat. Ik weet dat nog steeds!
W: Nee.
A: Het mag niet worden wat zij wilt dat het wordt.
W: Wat zij heeft gedaan! Wat zij heeft gedaan!
A: Jij moet dat stoppen.
W: Ik zal dat stoppen! Ik zweer het!
A: Zij sprak met woorden over 4 stenen.
W: 4 stenen.
A: 4 die zijn geofferd.
W: De stadsmuren. Ik had het kunnen weten.
A: Zorg dat er weer 4 komen. Zorg dat er weer 4 komen en hoop dat het genoeg zijn.
W: Ik begrijp het. Ik begrijp het. Bij Uw naam van de Heer en van moeder de vrouwe, zweer ik: "Zo lang ik hier zal zijn zal ik niet vertrekken tot deze plek veilig is in het licht van God. Ik zal zorgen voor vier krachtige zielen om teniet te doen wat zij gedaan heeft. Ik zal niet rusten, ik zal nooit rusten voordat deze plek veilig is en veilig blijft." Ik dank U.
A: Zorg dat er 4 komen, om de 4 geofferde te vervangen.
W: Ik heb u gehoord en ik heb het gezworen.
A: Vertel wie u bent zodat uw naam onthouden zal worden.
W: Mijn naam, voor mensen is 1 ding. Voor U mijn heer is Willem. Ik ben slechts een simpel man. Mijn titels van adel tellen niet. In Uw aangezicht ben ik niets.
A: Willem van Beieren.
W: U kent mij Heer? Natuurlijk kent U mij. U kent mij tot in mijn ziel. Ja ik zweer het, 4 zal ik vinden. En deze plek, ik zweer het op Uw naam, op Uw bloed en op Uw lichaam, ik zweer het op Uw heilige bijbel en op Uw heilige geschriften. Ik zweer het ik zal niet rusten. Ik zal Delft nooit lang verlaten. Gaat u heen. Strijders Gods. Ik zal een kerk bouwen en God hierheen halen. Ik zal voor altijd deze stad blijven beschermen tegen Satan en zijn gebroed. In al zijn vormen. In de naam van de Vader, de Zoon, de Heilige Geest. Amen.

opgenomen door Sourcecode en uitgeschreven door John "Verkoopt de Huid" Blackfoot

Voeten in de Aarde

Het is, in de drukte van het alles en de grote beslissingen die zijn gemaakt, voor velen voorbij gekomen als een bijzaak, maar er is jongstleden binnen het sept een knoop doorgehakt met grote implicaties die voor ons allen voelbare verandering zal brengen.

Het Blauwe Pels Sept gaat verhuizen.

Ondanks de strijd tegen Willem van Henegouwen gaan ook de heropbouw van het sept en onze inspanningen om onszelf wederom een Caern te mogen noemen gewoon door.

Honderden jaren heeft ons sept gehuisd bij het Prinsenhof, helden zijn opgestaan en gevallen, glorie is verworven en vergaan, allemaal op deze plaats. Het is een plaats met herinneringen, een plek van vertrouwen en gewoontes voor ons allen geworden. En nu, bij besluit van Sept Alpha Anna-Maria met unanieme steun van het Sept, zullen wij een nieuw heenkomen zoeken in het Delftse Hout. Een wijs besluit; weg uit de drukte van de binnenstad en een plaats waar Wyld sterk is, waar onze toekomstige Caern goed kan groeien.

Met de steun van Uktena, geefster van Wijsheid, zij die nieuwe paden toont en bovenal onze Sept Totem, zullen wij met toewijding zoeken naar de beste plek en deze verheffen tot iets waarlijk groots.

Maar wat zal er gebeuren met onze oude plek? Voor velen is de Penumbra op het Prinsenhof jarenlang het centrale punt in hun leven geweest, en het loslaten hiervan kan zwaar vallen. Herinneringen en traditie kunnen een bron van houvast en vreugde zijn voor ons, maar alleen als men er kracht uit put, in plaats van er in op gaat.

Ondanks hetgene dat ons bindt zal binnenkort de tijd komen voor het sept om nieuwe gronden te zoeken. Om de herinneringen van deze oude gronden levend te houden vraag ik eenieder die dit leest om een goede herinnering van deze plaats te delen met de Galliards. Wij zullen de verhalen verzamelen en bundelen, zodat ze voor altijd door moge leven in onze harten.

Was getekend,
August "The Eternal Student" van der Walt, Silver Fang Homid Cliath Galliard.

Punishments & Challenges & Renown & Arrivals & Deaths

  • Er is een nieuwe Garou in Delft. Crackerjack, Get of Fenris, Homid, Theurge, Cliath.
  • Er is een nieuw pack opgericht. Dire Wolves, ze volgen de Morrigan. Het pack bestaat uit Powerplay, Touchdown en Crackerjack. Ze claimen de Voorhof en dagen Angerfist uit de Buitenhof.
  • Er is een nieuwe Garou in Delft. Lex Ferenda, Silent Strider, Homid, Ragabash, Cliath. Hij heeft uitgedaagd voor de Dire Wolves.
  • Braves the Mist en Reist in Kist staan recht tegenover elkaar qua geloof. Er onstaat onenigheid op het Sept en Sourcecode besluit dat er gevochten moet worden. De verliezer is een maand lang niet 1 van ons. Braves the Mist verliest en krijgt een Ostracism.
  • Klaivestealer heeft zijn straf uitgezeten en werpt al zijn bandjes af op 1 na zodat hij zich de straf altijd zal blijven herinneren. Het hele Sept ziet hem weer als Fostern.
  • Eraser is gearresteerd en komt niet meer terug naar het Sept.
  • Thrax claimt de positie van Challengemaster. Klaivestealer daagt hem uit.
  • Veritas heeft een lopende challenge met Angerfist over de Schieweg.


Sept Journals: Juni 2017
Earlier journal: Next Journal:
Mei 2017 Juli 2017