De Val van een Adren
De Val van een Adren.
Nooit geliefd,
Altijd Glorieus,
Eervol en Wijs,
Maar mank als een kneus.
De Adren sprak van Balans en Strijd,
Verdedig de zwakste, ten alle tijd
Maar zijn woorden, ze klonken zo vreemd,
Get tonen geen geduld en hebben geen spijt.
Zoals hij sprak, vaak was het wijs,
Maar de ware aard, valt altijd door het ijs.
Zijn woorden aldus, leidde tot een val.
Want de straf uitgesproken, is een oproep aan al.
De Alpha vroeg hem, met de regels hoog in de lucht,
"De Litany, vind jij ze een klucht?"
De Adren bleef stil, zijn woorden reeds daar,
Want hij had reeds zijn mening gesproken, zijn verhaal was klaar.
De Jacht of de Wolf, dat was de keuze,
Voor een Adren die sprak in een kinds jong oor:
"Wij verdedigen de Zwakste, nu de Wyld, maar als dan, ook de Wyrm"
Weg van ons Hart, onze heilige plaats,
Weg van het Sept, van broeders en zusters.
Nu dan de les, de kracht van ons al
Wij bevechten de Wyrm.
In elke vorm
Altijd en Overal.
Wulfag,
Galliard
Get of Fenris